aniMaartje.nl
Tergend langzaam gleed het jacht de Waddenzee‑jachthaven binnen. Op de plecht stond een fors gebouwde dame quasi professioneel loodswerk te verrichten. Met nerveuze hand‑ en voetgebaren gaf zij de eveneens fors gebouwde roerganger aanwijzingen. Beiden waren gehuld in de allernieuwste exclusieve, sportieve bootkleding. Met behulp van walkanters kon na enige tijd worden afgemeerd.

Het schitterende jacht trok veel bekijks. De prachtig en tevens functionele vormgeving van het uiterlijk verried de grote klasse van het jacht. Ruim dertig meter lang en uitgerust met de meest geavanceerde, moderne apparatuur op het gebied van navigatie en vaarbeheersing.
Het gedrag van de twee, uit Duitsland afkomstige echtelieden, deed vermoeden, dat beiden alle fijne kneepjes van het varen tot in de puntjes onder de knie hadden. De belangstelling voor hun vaartuig en voor henzelf streelde duidelijk hun trots. Toen de belangstelling iets was afgenomen verlieten beiden het jacht voor een bezoek aan het dorp. Zij behangen met een grote hoeveelheid gouden sieraden en kettingen en gestoken in de laatste mode uit Parijs. Hij gekleed in een zeemanstenue, waar zelfs een marine‑admiraal jaloers op zou kunnen worden.
Bij de havenmeester
Na ruim vijf uur keerden zij terug naar de jachthaven. Bij het aanschouwen van de haven sloeg bij mevrouw zichtbaar de schrik om het hart. De ogen werden groot en de mond viel open. Ook meneer leek zichtbaar onthutst van de aanblik. (tekst gaat verder onder de advertentie)
Zo snel als de benen hun konden dragen begaven zij zich naar het kantoor van de havenmeester. Deze stond rustig voor de deur, kauwend op een pas gedraaide sigaret, die nog niet was aangestoken, zijn ogen tuurden over het wad. Geheel buiten adem begon de vrouw, happend naar lucht, haar ontsteltenis aan de havenmeester kenbaar te maken.
“Wo ist das Wasser gebleben”, vroeg zij wijzend naar het drooggevallen wad.
Inwendig gierend van het lachen, maar uiterlijk in alle ernst, zei de havenmeester: “Tja?…..”.
“Kommt es wieder”, onderbrak de vrouw, die de wanhoop nabij leek. Van de zo professioneel lijkende zeevrouw was niet veel meer over.
“Eh, ja het komt wieder”, antwoordde de havenmeester ernstig.
“Und when?”
“Tja, wie soll het zeggen”, zo zei de havenmeester in alle rust,”soms duurt es een paar stunde, soms een paar tage, eine woche of lenger”.
An die arbeit.

Beide echtelieden sloeg de schrik nu geheel om het hart. Ze hadden de grap van de havenmeester niet begrepen.
“Och nein,……und mein Mann muss Montag wieder an die Arbeit”, schreeuwde de vrouw, de handen in het haar en het hoofd neergebogen. Voor manlief was het blijkbaar gewoon, dat mevrouw het woordvoeren geheel voor zich opeiste, want hij keek alleen geschrokken, maar zei niets.
Nu ook vond de havenmeester het toch tijd worden de beide quasi zeelieden attent te maken op één van de belangrijkste kenmerken van de Waddenzee, …eb en vloed.
Geschreven door gast blogger “De Eilander”
Leuk verhaal? Laat hieronder dan een reactie achter.
Nog zin om te lezen? Lees dan de vorige blog “Opgeruimd staat netjes”, de volgende blog “Wij loomden een armband“of kijk in het overzicht voor meer leuke verhalen. Wil je dat jouw vrienden dit ook lezen? Delen is makkelijk via de knoppen hieronder
In het dagelijkse leven is de supermarkt, maar ook de slager, de bakker en groenteboer zijn uitgegroeid tot centrale middelpunten. Iedereen moet er wel met enige regelmaat heen voor zijn of haar dagelijkse levensmiddelen. In de vakantietijd is het eigenlijk al niet veel anders, want ook dan hebben de supermarkt, de bakker, de slager en de groenteboer in de vakantieplaats of park dezelfde funktie als in de eigen woonplaats. Reeds in de vroege morgen stevenen de vroege vogels naar die bedrijven, alwaar voorraden kunnen worden gekocht ten behoeve van de versterking van de inwendige mens. De een meer uitgeslapen als de ander, maar allemaal met hetzelfde doel. Nauwelijks zijn de zaken open of de eerste klanten dienen zich al aan.

In de supermarkt worden boodschappenwagen voor zich uitgeduwd, laverend tussen stellingen, koelvitrines, boodschappenwagens van anderen, richting kassa. Alwaar zich, zelfs op dit voor vakantiegangers vroege tijdstip, de eerste opstoppingen voordoen. En dit ondanks de hoge aanslagsnelheid van de geroutineerde caissière. Spoedig wordt de deze opstopping een kluwen van mensen, winkelwagens, tassen, die eigenlijk de gehele morgen niet meer oplost.
In deze melee van wachtende klanten, jankende kinderen en blaffende honden ‑wiens toegang eigenlijk de zaak is ontzegd middels een duidelijk bord op de deur‑ ontstaan bijzonder interessante gesprekken. Waarbij vooral het weer tijdens deze vakantie en de vermeende onbetrouwbaarheid van het KNMI centraal staan. Een ander geliefd onderwerp is de lange rij voor de kassa, in de trant van “…bij ons in Huppeldepup staan er eigenlijk nooit zulke lange rijen. Maar ja daar hebben ze ook meer personeel”.
Men heeft dan wel vakantie, maar het feit dat men voor de boodschappen vroeg is opgestaan, heeft alles te maken met de verdere indeling van de dag. Daarom is ook in deze periode, die eigenlijk de mens tot rust zou moeten brengen, de tijd van groot belang. De vakantie is immers voorbij voor je er erg in hebt. (tekst gaat verder onder de advertentie).
Hier en daar ontstaan reeds de eerste irritaties over de lengte van de wachttijd voor de kassa. De caissière krijgt hierbij meestal de schuld. Ze treuzelt te veel of is anderzijds niet snel genoeg. De irritaties lopen helemaal hoog op als iemand met slechts een pakje boter denkt voor te kunnen gaan. De een bijt de ander toe, dat ook zij op haar beurt moet wachten. De ander ontkent voor haar beurt te willen gaan. Het gekibbel groeit dan snel uit tot een ware klimax.

Maar verstandig als de caissière in mijn geval was, liet zij de beide kibbelende dames rustig hakketakken en begon met het afrekenen van een ander. U kent dat wel, waar twee honden vechten om een been, gaat de derde mee heen.
Maar o jee, een kapitale fout van de caissière. Beide kibbelende dames richten nu eendrachtig hun toorn tot de caissière. Wie denkt zij wel dat zij is. En dat zou in de supermarkt in de eigen woonplaats nooit zijn gebeurd. Zij waren aan de beurt en niet die man, die achter hen had gestaan, met zijn ene flesje melk.
Het arme kind, ze deed zo haar best, maar ja tijd is tijd, ook voor vakantiegangers. In die periode schijnen velen nog gehaaster en prikkelbaarder te zijn, dan in het normale dagelijkse leven.
Maar ik heb er wel van genoten, want die klant met dat ene flesje melk was ikzelf.
Alleen ik had geen vakantie.
Geschreven door gast blogger “De Eilander”
Leuk verhaal? Laat hieronder dan een reactie achter.
Nog zin om te lezen? Lees dan de vorige blog “Koning Leon”, de volgende blog “Opgeruimd staat netjes” of kijk in het overzicht voor meer leuke verhalen. Wil je dat jouw vrienden dit ook lezen? Delen is makkelijk via de knoppen hieronder